Transportondernemers (eigen rijders) die meerdaagse of op meer dagen internationale ritten maken mogen, onder voorwaarden, een vast bedrag aan verblijfskosten aftrekken. Voor 2021 is dit bedrag vastgesteld op € 39,50.
Het bedrag dat eigen rijders mogen aftrekken van hun winst (in 2021: € 39,50) wordt jaarlijks aangepast. Je moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen:
De rit moet langer duren dan 24 uur.
De verste bestemming mag niet in Nederland liggen. Er is geen maximum afstand.
De regeling geldt voor alle meerdaagse ritten in dat jaar.
U moet het aantal gereden dagen kunnen aantonen met bijvoorbeeld tachograafschijven, facturen en rittenstaten.
De vertrek- en terugkomdag tellen elk mee voor een halve dag.
U geeft de winst aan in de aangifte inkomstenbelasting. Deze regeling geldt niet voor ondernemers die onder de vennootschapsbelasting vallen.
U moet elk jaar opnieuw bekijken of u deze regeling wilt gebruiken. Als u gebruikmaakt van de regeling, hoeft u geen bewijsstukken van de verblijfskosten te bewaren.
De regeling geldt ook voor internationale ritten die starten op meer dan 50 kilometer van het woonadres van de transportondernemer, ook als deze korter duren dan 24 uur. Hierbij gelden de volgende 2 voorwaarden:
Deze ritten vinden plaats op aaneengesloten dagen (eventueel met ritten waarbij men meer dagen aaneengesloten in het buitenland verblijft).
Het traject van elke rit bevindt zich geheel buiten een afstand van 50 km van het woonadres van de transportondernemer.
U kunt er ook voor kiezen om de werkelijke verblijfskosten af te trekken. U moet dan wel aannemelijk kunnen maken dat uw werkelijke verblijfskosten in het betreffende jaar hoger zijn dan het vaste bedrag per gereden dag. Bewijsstukken van de verblijfskosten moet u dus bewaren.
Voor aftrek van verblijfskosten voor eigen rijders geldt een wettelijke aftrekbeperking. Er moet 20% gecorrigeerd worden als beperkt aftrekbare kosten in de aangifte inkomstenbelasting.
Comments